Antwerpen

Veel volk keek toe bij de opruiming van de Barnum's Show, enkele uren voor ze doorreisde naar de volgende stad. 

Na de namiddag voorstelling verdwenen als bij toverslag de balken en zeilen, en de ene na de andere wagen verliet het terrein. De refter en de bijbehorende tenten werden ook afgebroken.

Zij die nog de allerlaatste avondvoorstelling bijwoonden, vonden alleen nog de menagerie en de grote chapiteau op het immense terrein.

Zodra de voorstelling startte begon men met de afbraak van de menagerie. De kooien van de dieren werden afgesloten en met zeilen bedekt. Een koppel paarden werd voorgespannen, en de wagens vertrokken naar de Handelstatie. 

De kamelen, zebra's, lama's en geiten verdwenen uit het vizier. Het was vriezend mistig, en dikke wolken smoor ontsnapten uit de slurfen van de olifanten, en men vergeleek ze met de Ijzeren Reuzen van Jules Verne


Het circus leverde een eigenaardig schouwspel op, terwijl het publiek de artiesten nog toejuichte, verdwenen, trapezen, toeters, netten, touwen en ringen na afloop van de nummers in de wagens. 


De oefeningen op het toneel en in de renbanen waren nog niet ten einde en honderden werklieden renden de tent in, namen elk een stuk weg, en het geheel was opgekuist in het midden van het circus nog voor de grote koersen gelopen moesten worden.

het afbreken en het wegnemen van de banken gebeurde met een verbazende snelheid. Wanneer de laatste toeschouwer de chapiteau verliet, stonden nog juist de palen recht.

Bron: De Nieuwe Gazet, 8 november 1901, pagina 1 

                                                    ****

Geweldig veel volk op beide voorstellingen. Een massa mensen kon geen plaats meer bemachtigen in een tent met een capaciteit van 15.000 zitjes. De gendarmen hadden geen moeite om de menigte in goede banen te leiden en houden. Het Antwerps publiek gedroeg zich deftig. Telkenmale bleef heel veel volk gewoon buiten toekijken, en ook al was dit circus een "lelijke concurrentie" voor de vele Antwerpse Theaterondernemingen, het leverde menig zelfstandige "een schoonen stuiver op". Het was telkens "vollen bak"

Bron: De Nieuwe Gazet, 4&5 november 1901, pagina 1

                                                    ****
Zeer veel volk bij de eerste voorstelling van de reuzencirk. In de "Brusselse bladen" werd al geschreven over de regelmatigheid waarmee de ingangscontroles gebeurden, en het gemak waarmee het publiek haar plaats vond. Zonder het minste geduw, gedrang en getrek.

Alvorens Het circus werd binnengetreden, zag men in de aangrenzende tenten een rijke verzameling van wilde dieren, benevens "een vrij interessant doch minder aanlokkend gezelschap der abnormaliteiten" de hondskopmensch, de man met de twee lichamen, de dame met baard, de juffrouw met mos-haar, de man die met de borst kettingen doet openspringen, het kleinste meisje van de wereld, de albino-slangenmensch en anderen nog die elk op hun beurt door een "speaker" in welsprekende termen wordt voorgesteld.

Klokslag half acht rinkeld de bel en de achttien olifanten met regisseur doen hun grote entree. In elk van de drie renbanen, voeren zij in groepjes van vijf, zes en meer allerlei oefeningen, die in een gewoon cirkus niet weinig ophef zouden maken, maar in deze enorme "hall" hun effect dreigden te verliezen.

Elke vijf minuten rinkelde de bel en beginnen een twintigtal nummers tegelijk. Het is volslagen onmogelijk een opsomming te geven van al wat men te zien krijgt.

Groepen van clows, akrobaten, kunstrijders, japanse koorddansers , clowns die op varkens rijden, " vers le Sabbath" geiten die pistolen afschieten, een beer-worstelaar, een kunstdanser, de man due in een bol kruipt - waarbij het onmogelijk bleek voor de journalist uit te leggen hoe hij er in kroop - en langs een spiraalvormige baan opwaarts rolt. Eénmaal boven schiet hij een revolver af, en steekt een Belgisch vlaggetje uit.

Dan komen in de middenbaan 75 paarden samenwerken. Terwijl een enorm vangnet de lucht in wordt gehesen voor trapezenwerk.

De tableau hippologique wordt ontbonden en in de beste orde lopen de dieren terug naar de stal, waartegen ene clownorkest hen tegenkomt., dat in een afschuwelijke cacophonie, enige stukken ten beste geeft. Om dood te vallen, schrijft de journalist! 


Als een onvoorstelbaar spektakel beschreef men het toen, daar alle nummers van Barnum zonder uitzondering van eerste rang waren. De gymnasten in de trapezen, hadden nog maar net hun nummer afgewerkt of van het vangnet was reeds verdwenen, vervolgens zag men Lowe zijn stuntwerk met de fiets verrichten op de ladder. Terwijl hij van de ladder raasde en verder rondreed in de renbaan, rijden 12 vrouweljke jockeys de chapiteau binnen, en voeren ze akrobatische nummers op op ongezadelde paarden.

Intussen brengen allerlei clowns, de mensen aan het lachen. twee gezelschappen tapijt-acrobaten brengen het publiek in vervoering. een juffrouw zou vier mannen in de lucht houden al waren ze van karton. Vervolgens zag men drie nummers van kunstrijders, zag men een varken in een sjees gespannen, apen, honden, ..

Een reeks koersen werd georganiseerd, één voor de dames-jockeys, één voor de heren jockeys, één voor apen en poneys, één voor hazewinden, één voor voetlopers, één voor wedloop tussen een man en een paard, één tussen een bereden en een onbereden paard. Verder werden koersen gehouden voor mannen, voor vrouwen in Romeinse wagens met twee, en één voor mannen in dezelfde wagens met vier paarden ingespannen.

Deze koersen worden bijzonder gewaardeerd door het publiek en brengen de geestdrift ten top. Barnum & Bailey maken hun reputatie waar.

Bron: De Nieuwe Gazette, zaterdag 2 November 1901, pagina 1 en 3 

                                                      ****
Bij het "krieken van de dag" 



Bron: De Nieuwe Gazette, vrijdag 1 November 1901, pagina 1 

                                                           ****


Eén van de belangrijkste nummers van het circus, was het optimmeren van de tenten. Het was is in de eerste plaats gratis. geen wonder dus dat lang voor dageraad aanbrak, er een dichte menigte zich verdrong telkenmale het circus in een stad zijn tenten optrok. Het terrein in Antwerpen lag tussen Somersstraat, de spoorweg en de Provinciestraat. enkele honderden mensen stonden zelfs in de Handelstatie om de aankomst van de treinen te zien, in Siberische temperaturen. Rond één uur s'nachts rolde de eerst trein de statie binnen, toen waren ze in Mechelen de laatste trein nog aan het inladen. Zodra ze stilstonden sprong een zwerm van werklui er uit te voorschijn, en dadelijk  werd in volmaakte orde met het lossen van de trekpaarden begonnen. Weinige ogenblikken later stonden reeds wagens met aterieel voor de tenten ingespannen en om vijf uur zetten zich de voorste op de weg.

Verbazend is het hoe de voerlui van Barnum kunnen rijden. Spannenvan zes, acht en zelfs tien eenvoudig gekoppelde paarden, wordn gemend door één enkele man die in elke hand een zware bundel, teugels houdt en het voorste koppel paarden weet nejes te gehoorzamen als stond de menner er vlak naast. En dat met teugels van twintig tot vijventwintig meter lang. De transvaalse essendrijvers zijn er niets tegen vergeleken.

Het terrein is helemaal met palissaden afgesloten, dus hadden de ordediensten niet zo veel werk. Toch waren er talrijke politieagenten, adjunct-commissarissen en een tiental gendarmen te paard ter plaatse.

Om halfzeven, bemerkten wij reeds de senatoren Verspreeuwen, de heren Van der Molen en Stegerà, gemeenteraadsleden, en Dhr. Schepers kommandant van de brandweer, benevens talrijke officieren van het leger die met veel belangstelling de bewonderenswaardige werkzaamheden volgden.

De leden van de pers werden er allervriendelijkst ontvangen door Harvey L. Watkins, en zijn beide taalmannen die zich heel en al ter onzer beschikking stelden voor het geven van alle inlichtingen die nuttig konden zijn.

Kort onder elkander kwamen onder de boog van het spoorwegverhoog de paardespannen in draf binnengereden. Eerst de wagen met kleine palen, die den omtrek van de tenten volgden, door een reusachtig ovaal van in de grond gestoken ijzeren staven met vlaggetjes afgetekend.

Terwijl de wagens verder bolden, werd aan elke staaf een paal afgeworpen, een werkman raapte de paal op , zette ze overeind en zeven man dreven bij middel van mokerslagen op een oogwenk de paal de grond in. Rikke-tikke-tak klonk nooit zo schoon schreef de journalist.

Zonder het zelf te hebben aanschouwd kon men zich onmogelijk een beeld vormen van de snelheid waarmee men te werk ging, en hoe alles vooruitging.

In minder dan een uur tij, stonden reeds honderden meters lange menageie , het museum en de kolossale eetzal kant en klaar en werd in de keuken voorzowat vijfhonderd personen het ontbijt gereedgemaakt.

En dat alles zonder een schijn van wanorde en aarzeling. Elke werkma weet precies  wat hij te doen heeft en niemand schijnt haast te hebben. Een ploeg draagt de palen aan, achter hun rug bindt een ander groep daar de zeilen aan vast en de laatste knop is nog niet gelegd of daar staat de palen zo rechtt als een kaars en zijn een aantal electriciens, maakten de verlichtingstoestellen vast.

Nog geen twee uren later, werden de wagens met de wilde dieren, de menagerie binnengereden, en werden ze ingespannen op de daartoe aangewezen plaatsen. Twee van de achtien olifanten, werden gelast met het bijeenbrengen van de zware wagens. De olifanten werden achter de wagens geplaatst en duwden ze met hun kop vooruit.

Wanneer de grond bij geval te week was en de wielen er te diep inzakten, zagen de bestuurders af om beroep te doen op deze dieren, omdat wanneer ze de wagen niet vlig genoeg uit de grond loskregen ze het heel netjes opvouwden als een kartonnen doos.

Wanneer de journalist de menagerietent verliet, vonden zij de hoofdingang kant en klaar en lag de grote chapiteau geheel klaar om rechtgetrokken worden. Dhr. Watkins begeleidde de journalisten toen naar de eetzaal waar ongeveer zeshonderd personen de tafel gedekt vonden. tent, tafels, banken, kooktoestellen voor koffie, en thee waren op minder dan drie kwartier uit de grond opgerezen en een ploeg van arbeiders zat reeds smakelijk te smullen.

In een restaurant kan niet netter worden opgediend. Tafelkleden in frisch wadoek , hagelblanke schotels en tassen, glimmend gepoetste messen en vorken, zoutvaten, mekstoopjes, suikerpotten, fleschen met pickles, enzovoort.... voor de laatsten van de werklieden zoveel als voor de artiesten en het bestuurd. Master bailey had zijn vaste plaats, trouwens iedereen en iedereen at uit dezelfde potten met heel het personeel.

De journalisten werden aan de bestuurstafel uitgenodigd en kregen een flink ontbijt, bestaande uit brood, wee soorten vlees, en koffie of thee naar keuze.

Hier moet wel een compliment gemaakt worden aan Dhr. Philippse, die al de voorraad had bezorgd. De allerbeste koffie, vers geurig brood, mals vlees en dat voor een heel leger. Dat kan waarachtig niet de eerste de beste.

In een hoek zitten "de wondermenschen" bijeen en eten alsof er niets abnormaals aan hen te vinden is. De "aap mensch" laat zich een biefstuk ductig smaken en de aaneengegroeide broedesrs knabbelen allebei tegelijk, wat eigenlijk een niet al te Barnums tijdsverlies was. Als de ene nu eens at, terwijl de andere dronk, of A het vlees knabbelde en B het brood naar binnen werkte, dat zou toch de helft van de tijd ingewonnen zijn.

De man met de hondskop wandelde tussen de tafels over en het weer. Zou hij wellicht moeren wachten tt iedereen ontbeten heeft ... om de schotels uit te likken (schreef de journalist toen)

Time is money bedachtten ze bij Barnum dat Master Bailey zich liet geboren op 4 juli, zodat het zijn verjaardag als independence day op dezelfde dag gevierd kon worden. 
  
De stallingen werden een heel eind verderop nabij de Montfortstraat opgetrokken. Toen de journalist er aan kwamen vonden zij twee overgrote tenten, één met 28à trekpaarden een een ander met een paar honderd rijpaarden. Al deze dieren hadden het zich reeds zo gemakkelijk gemaakt alsog zij nooit eldes gewoond hadden en de stalknechten lagen al een uiltje te nemen. de paarden stonden in een dubbele cirkel kop tene kop, een zeil hangt tussen hen in et een kribbe langsweerskanten. Een smid was reeds in volle werking.

De reuzentent houd er ook een eigen politiecorps op na , een pompierscorps en een eigen brievendrager. De detectives houden langs alle kanten een oog in het zeil en waar het nodig is, verwittigen zij de stedelijke politie, de blusdienst staat steeds paraat om bij het eerste evaar direkt op te treden en de facteur besteld de brieven die de post voor Barnum & Bailey heeft gebracht. 

Voor de electrsche verlichting is overvloedig gezorgd. tTwee machines leveren stroom die met een dubbelen omloop is geregeld, zodat altijd een circuit werkt wanneer een ongeval aan het ander geschiedde. De geleiddraden zijn zorgvuldig geïsoleerd opdat zij geen brand zouden veroorzaken. Binnen het kamp mogen alleen kachels en schotels roken.

Tussen het personeel is een verzekeringsmaatschappij opgericht tegen ongevallen, waaraan elke werklui een halve frank per maand in bijdraagt.

Om half twaaf stond heel de boel gereed. Door een klein ongeval kon echter de vertoning van de eerst namiddag niet plaats hebben. De circus opende dus die avond voor de eerste maal.

Als ooit iemand heeft aangetoond dat "de overleg het werk" is, dan zal het de duivelse Barnum zijn! 

Bron: De Nieuwe Gazette, Vrijdag 2 November 1901, pagina 1


                                                        ****

U bent op zoek naar informatie over het Amerikaans circus Barnum & Bailey, dat in 1901 per trein door Europa toerde en daarbij enkele Belgische steden aandeed. Het circus hield onder meer van 31 oktober tot 6 november halt in Antwerpen.
 
Het FelixArchief heeft geen informatie of archiefmateriaal over circussen in Antwerpen in die periode. Maar bijvoorbeeld wel over de brandramp met het circus Sarrasani in 1932.
 
De Antwerpse Erfgoedbibliotheek bewaart wel een paar brochures uit 1901 over het Circus Barnum & Bailey:
-          “Barnum et Bailey: les plus grands spectacles du monde entier” uitgegeven door Weiner in Vienne - 18 p., ill.Ref. H 214696 [C3-118 a / ds 4 en
-         “Officieel programma van Barnum & Bailey's: grootste tentoonstelling der aarde, 1901” uitgegeven doorWeiner, Wenen. - 15 p. Ref. 646067 [C0-ds 535].
 
Bron: vraag van stadsarchief Roeselare aan felixarchief, Antwerpen.

                                                 ******